Gisteren was het 14 maart. Die dag wordt ook wel π-dag genoemd, want in het Engels schrijf je die datum als 3-14 en gespiegeld kun je er dan pie in lezen. Om dit te vieren had ik een kersentaart gemaakt. Nou ja, volgens mij wordt het door sommigen gezien als een belediging als je een vlaai een taart noemt. Bovendien heb ik ook niet echt een vlaaivorm gebruikt. Deze kersenvlaai is in ieder geval een smakelijk rond gebak geworden.
Ik had al heel lang een speciale rastervorm voor vlaaien liggen en wilde die graag een keer gebruiken. Bij een appeltaart leg je deegreepjes er los op, maar voor een vlaai kun je dat ook uit 1 stuk deeg maken. Voordat ik wist dat deze rastervorm bestaat, dacht ik altijd dat het raster gemaakt werd met een rasterroller die sneetjes in het deeg maakt op gelijke afstand.
Ingrediënten voor kersenvlaai
- 1 zakje instant gist
- 150 ml melk
- 300 gram bloem
- 45 gram boter
- 50 gram suiker
- snufje zout
- 1 ei
- 600 gram kersen op sap
- 50 gram speciale geleisuiker
- 25 gram maizena
Zo maak je deze kersenvlaai
Verwarm de melk tot die lauw is en voeg de gist hier aan toe. Meng de bloem, boter, suiker, zout en eidooier in een kom en kneed het met de melk in ongeveer 10 minuten tot een mooi deeg. Laat dit 30 minuten rijzen onder een theedoek.
Pak 1/3 van het deeg en rol dat uit. Door het uit te rollen op bakpapier blijft het niet plakken. Zorg dat het groot genoeg is voor de vlaai rastervorm. Leg het deeg op de vorm en rol het met de deegroller aan, zodat alle ruitjes eruit vallen. Leg het raster aan de kant.
Verzamel de deegrestjes uit de vorm en kneed dat met de rest van het deeg om het daarna uit te rollen. Leg de deeglap in de vorm en prik met een vork gaatjes in de bodem.
Maak daarna de kersenvulling. Laat de kersen uitlekken en vang het sap op. Maak een papje van de geleisuiker, maizena en een paar lepels van het sap. Verwarm de rest van het sap in een pannetje en voeg het papje hier aan toe. Verwarm het net zolang tot het vocht niet meer roze, maar rood kleurt. Voeg dan de kersen toe en laat het 3 minuten door koken op laag vuur.
Vul de vorm en snijd de randjes netjes bij. Omdat ik een wat hogere vorm gebruikt heb, heb ik ook de dubbele hoeveel kersen gebruikt. De hoeveelheid sap heb ik wel hetzelfde gehouden.
Leg het deegraster er netjes boven op en vouw de randjes naar binnen of druk de zijkanten aan.
Bestrijk het deeg met eiwit en bak het in 25 minuten gaar in een voorverwarmde oven op 180°C. Controleer de kersenvlaai na 20 minuten even. Mocht de ene kant donkerder worden dan de andere kant, draai de vorm dan een halve slag.
Voor extra glans kun je de kersenvlaai nog abrikoteren (met verwarmde abrikozenjam bestrijken). Het resultaat ziet er schitterend uit!
Dit artikel bevat affiliate links.
Door er op te klikken en een aankoop te doen, krijg ik er een percentage van.
Zo je steunt mijn blog, terwijl het voor jou niets extra kost.
Wat is jouw favoriete vlaai smaak? En heb je die zelf al eens gemaakt?
OMG, nu wil ik ook zo’n vlaairooster! 🙂 Want tot nu toe heb ik mijn kriekenvlaai altijd zonder rooster moeten maken…
Die ziet er echt heel mooi uit! Die vlaairaster vorm is echt super handig!